Faxen ophalen instellen
●
Fax gebruiken
NLWW
109
Het apparaat instellen als fax
Faxpoort aansluiten op een telefoonlijn
1.
Sluit het meegeleverde telefoonsnoer aan op
de faxaansluiting op het apparaat en op de
telefoonaansluiting in de muur.
Het product is een analoog apparaat. U wordt aanbevolen het product op een vaste analoge
telefoonlijn aan te sluiten.
OPMERKING:
In bepaalde landen/regio's is mogelijk een adapter vereist voor gebruik van het
meegeleverde telefoonsnoer.
Extra apparatuur aansluiten
Het product heeft twee faxpoorten:
●
De faxaansluiting , waarmee het apparaat op de telefoonaansluiting wordt aangesloten.
●
De telefoonaansluiting
, waarmee extra apparaten op het apparaat kunnen worden
aangesloten.
110
Hoofdstuk 7 Fax
NLWW
U kunt toestellen op twee manieren in combinatie met het product gebruiken:
●
Extra toestellen worden op dezelfde telefoonlijn aangesloten, maar op een andere locatie.
●
Downstream-toestellen worden rechtstreeks op het product aangesloten of op een ander apparaat
dat met het product is verbonden.
Sluit de extra apparaten aan in de volgorde zoals hierna wordt beschreven. De uitvoerpoort voor elk
apparaat is aangesloten op de invoerpoort van de volgende. Zo wordt een "ketting" gevormd.
Wanneer u een bepaald apparaat niet wilt aansluiten, kunt u de stap die dit apparaat beschrijft,
overslaan en verdergaan met het volgende apparaat.
OPMERKING:
Sluit niet meer dan drie apparaten aan op de telefoonlijn.
OPMERKING:
voicemail wordt op dit product niet ondersteund.
1.
Maak de netsnoeren los van de apparaten die u wilt aansluiten.
2.
Sluit het product aan op een telefoonaansluiting.
3.
Verwijder het plastic inzetstuk uit de telefoonaansluiting
.
4.
Als u een interne of externe modem op een computer wilt aansluiten, sluit u het ene uiteinde van
het telefoonsnoer aan op de telefoonuitgang
van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van
het telefoonsnoer aan op de faxaansluiting op het modem of de computer.
OPMERKING:
Enkele computers hebben een tweede "lijn" poort om op een bepaalde lijn aan
te sluiten. Als u twee "line"-poorten hebt, moet u de documentatie bij uw modem raadplegen om
te controleren of u de juite "line"-poort gebruikt.
5.
Als u een nummermelder wilt aansluiten, sluit u een telefoonsnoer aan op de telefoonpoort van het
vorige apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van de
nummermelder.
6.
Als u een antwoordapparaat wilt aansluiten, sluit u een telefoonsnoer aan op de telefoonpoort van
het vorige apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van
het antwoordapparaat.
7.
Als u een telefoon wilt aansluiten, sluit u een telefoonsnoer aan op de telefoonpoort van het vorige
apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van de
telefoon.
8.
Nadat u de extra apparaten hebt aangesloten, sluit u alle apparaten op hun voedingsbronnen
aan.
Een fax met een antwoordapparaat instellen
Als u een antwoordapparaat aansluit op het product, doorloop dan de volgende stappen om het
product te configureren:
NLWW
Het apparaat instellen als fax
111
OPMERKING:
Wanneer een antwoordapparaat op dezelfde telefoonlijn is aangesloten, maar op
een andere aansluiting (bijvoorbeeld in een andere kamer), is het mogelijk dat het product hierdoor
geen faxberichten meer kan ontvangen.
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
2.
Raak de knop
Faxinstellingen
aan.
3.
Raak de knop
Basisinstell.
aan.
4.
Raak de knop
Keer overg. v. antw.
aan.
5.
Stel de instelling voor het aantal belsignalen op het product in op minstens één belsignaal meer
dan het aantal belsignalen dat op het antwoordapparaat is ingesteld. Gebruik het toetsenblok om
het aantal belsignalen in te voeren en raak vervolgens de knop
OK
aan.
6.
Raak de knop aan om terug te keren naar het scherm
Basisinstell.
.
7.
Ga naar de knop
Antwoordmodus
en raak deze aan.
8.
Raak de knop
TAM
aan. Met deze instelling luistert het product naar faxtonen nadat het
antwoordapparaat de oproep heeft beantwoord. Het product beantwoordt een oproep als er
faxtonen worden gedetecteerd.
Fax instellen met een extra telefoontoestel
Als u een externe telefoon aansluit op het product, doorloop dan de volgende stappen om het product
te configureren:
1.
Raak op het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
2.
Ga naar de knop
Faxinstellingen
en raak deze aan.
3.
Ga naar de knop
Geav. instell.
en raak deze aan.
4.
Ga naar de knop
Doorschakelen
en raak deze aan. Controleer vervolgens of de optie
Aan
is
geselecteerd.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld, kunt u het product de opdracht geven om de inkomende
faxoproep te beantwoorden door achtereenvolgens op de telefoontoetsen 1-2-3 te drukken.
Schakel deze instelling alleen uit als u gebruikmaakt van pulskiezen of als uw
telefoonmaatschappij deze service ook biedt. De service van de telefoonmaatschappij functioneert
niet als deze conflicten oplevert met het product.
5.
Raak de knop twee keer aan om terug te keren naar het menu
Faxinstellingen
.
6.
Raak de knop
Basisinstell.
aan.
7.
Ga naar de knop
Antwoordmodus
en raak deze aan.
8.
Raak de knop
Fax/Tel
aan. Met deze instelling beantwoordt het apparaat oproepen automatisch
en bepaalt het of de oproep een telefoongesprek of faxoproep is. Als het om een faxoproep gaat,
behandelt het apparaat de oproep als inkomende fax. Gaat het om een telefoongesprek, dan
waarschuwt een hoorbare beltoon u dat er een inkomend telefoongesprek is.
112
Hoofdstuk 7 Fax
NLWW
9.
Raak de knop twee keer aan om terug te keren naar het menu
Faxinstellingen
.
10.
Ga naar de knop
Geav. instell.
en raak deze aan.
11.
Ga naar de knop
Beltijd Fax/Tel
en raak deze aan.
12.
Stel in na hoeveel seconden het hoorbare fax-/belsignaal moeten ophouden om een inkomend
gesprek te melden.
De stand-alone fax instellen
U kunt het product als een stand-alone faxapparaat gebruiken zonder het op een computer of netwerk
aan te sluiten.
1.
Haal het product uit de doos en sluit het aan.
2.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
3.
Raak de knop
Faxinstellingen
aan.
4.
Raak de knop
Hulpprog. Faxinstellingen
aan.
5.
Volg de aanwijzingen op het scherm en selecteer het juiste antwoord op elke vraag.
OPMERKING:
Het maximumaantal tekens voor het faxnummer is 20.
OPMERKING:
Het maximumaantal tekens voor de kopregel van de fax is 25.
Faxtijd, faxdatum en faxkopregel configureren
Als u de fax nog niet volledig hebt ingesteld toen u de software installeerde, kunt u dit proces altijd met
behulp van deze methoden voltooien.
De tijd, de datum en de faxkopregel instellen via het bedieningspaneel
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
2.
Raak de knop
Faxinstellingen
aan.
3.
Raak de knop
Basisinstell.
aan.
4.
Ga naar de knop
Tijd/datum
en raak deze aan.
5.
Selecteer de 12- of 24-uursklok.
6.
Gebruik het toetsenblok om de huidige tijd in te voeren en raak vervolgens de knop
OK
aan.
7.
Selecteer datumnotatie.
8.
Gebruik het toetsenblok om de huidige datum in te voeren en raak vervolgens de knop
OK
aan.
9.
Raak de knop
Faxkop
aan.
NLWW
Het apparaat instellen als fax
113
10.
Gebruik het toetsenblok om uw faxnummer in te voeren en raak vervolgens de knop
OK
aan.
OPMERKING:
Het maximumaantal tekens voor het faxnummer is 20.
11.
Gebruik het toetsenblok om de naam of kopregel van uw bedrijf in te voeren en druk vervolgens
op de knop
OK
.
Om speciale tekens die niet op het standaard toetsenblok aanwezig zijn, in te voeren, raakt u de
knop
123
aan om een toetsenblok met speciale tekens te openen.
OPMERKING:
Het maximumaantal tekens voor de kopregel van de fax is 25.